Overige informatie

Overige informatie

Gebeurtenissen na balansdatum

In april 2025 is in de Voorjaarsnota aangekondigd dat per 1 juli 2025 en per 1 juli 2026 een bevriezing van de huren in de gereguleerde huursector zal gelden. Het betreft een politieke afspraak die op het moment van opmaken van deze jaarrekening nog niet is vastgelegd in wet- en regelgeving.

De marktwaarde in verhuurde staat en beleidswaarde van het vastgoed is bepaald op basis van onder meer de veronderstelling van jaarlijkse huurverhogingen. Indien de aangekondigde huurbevriezing daadwerkelijk in werking treedt, zal dit een neerwaarts effect hebben op de markt- en beleidswaarde van het vastgoed.

Daarnaast heeft de maatregel ook impact op financiële kengetallen in de toekomst, waaronder de Interest Coverage Ratio (ICR). De ICR is een belangrijke ratio voor de borging door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en wordt mede bepaald op basis van de operationele kasstroom. Omdat de huurinkomsten door de bevriezing achterblijven bij eerdere aannames, zal de ontwikkeling van de operationele kasstroom achterblijven en daarmee de ICR (eerder dan tot eind vorig jaar beoogd) onder druk komen te staan.

Naar aanleiding van het aangekondigde besluit is door Pré Wonen een scenarioanalyse uitgevoerd waarin de effecten van het uitblijven van huurverhogingen in 2025 en 2026 zijn doorgerekend. Uitgaande van het feit dat het huurbevriezingsscenario zich volledig voordoet, is de (potentiële) impact als volgt:

  • De beleidswaarde per 31 december 2024 zou afnemen met 4,5% (€ 91 miljoen). En daarmee de LTV geconsolideerd zou stijgen tot 33,8% (bij een grenswaarde van 70%).

  • De ICR geconsolideerd in 2025 en 2026 zal dalen met circa 0,19 en 0,37 tot 2,51 en 1,87 respectievelijk. De ICR DAEB zal dalen naar circa 1,96 in 2025 en 1,36 in 2026. Dit is ten opzichte van het basisscenario met reguliere huurindexaties (bij een grenswaarde van 1,4).

  • De kasstroomontwikkeling vertraagt, wat gevolgen kan hebben voor geplande investeringen en schuldopbouw op middellange termijn. Wij onderzoeken op dit moment welke ingrepen in het geplande onderhoud, de verduurzaming en (nieuwbouw)investeringen de minste impact hebben op onze volkshuisvestelijke taak maar welke wel voldoende ingrijpen om de (financiële) continuïteit van Pré Wonen te bewaken.

Omdat het besluit ná balansdatum is genomen en op 31 december 2024 nog onzeker was, is deze gebeurtenis aangemerkt als een niet-aanpassingsgebeurtenis in de zin van Richtlijn RJ 160. Indien de maatregel formeel wordt bekrachtigd, zal de impact hiervan worden verwerkt in de verslaggeving over boekjaar 2025.

Resultaatbestemming

Het Bestuur stelt voor om het positieve resultaat over 2024 in 2025 toe te voegen aan de overige reserves.

Accountantshonoraria

Accountantshonoraria (in €)

2024

2023

Controle van de jaarrekening

148.142

134.552

Controle van de jaarrekening voorgaand jaar

105.690

79.393

Andere controlewerkzaamheden voorgaand jaar

0

3.848

253.832

217.793

Bovenstaande honoraria voor onderzoek van de jaarrekening is gebaseerd op de totale honoraria voor het onderzoek van de jaarrekening 2024 door de externe accountant BDO Audit & Assurance (2023: idem), ongeacht of de werkzaamheden reeds gedurende 2024 zijn verricht. De kosten hebben betrekking op werkzaamheden door onafhankelijke accountantsorganisaties en externe accountants zoals bedoeld in art. 1, lid 1 Wta (wet toezicht accountantsorganisaties). Het honoraria van € 79.393 en € 3.848 ziet toe op honoraria met betrekking tot boekjaar 2022 zoals is uitgevoerd door Ernst & Young Accountants LLP.

Bestuurders en commissarissen

De bezoldiging van bestuurders omvat periodiek betaalde beloningen (zoals salarissen, sociale lasten, vakantiegeld, doorbetaling bij vakantie en ziekte, ter beschikking stelling van auto en presentiegelden) en beloningen betaalbaar op termijn (zoals pensioenlasten en jubileumuitkeringen).

Er is geen uitkering bij het beëindigen van het dienstverband noch sprake van winstdelingen en bonusbetalingen.

Er zijn geen leningen, garanties en/of voorschotten door Pré Wonen aan bestuurders en commissarissen verstrekt.

De binnen onze organisatie geïdentificeerde leidinggevende topfunctionarissen met een dienstbetrekking hebben geen dienstbetrekking bij meerdere WNT-plichtige instelling(en) als leidinggevende topfunctionaris (die zijn aangegaan met ingang van 1 januari 2018).

De bezoldiging van huidige en gewezen commissarissen die in het boekjaar ten laste van de woningcorporaties zijn gekomen, bedragen € 100.741 (2023: € 98.120).