10. Afzonderlijke primaire overzichten

10. Afzonderlijke primaire overzichten

10.1. Algemeen

Op grond van artikel 15 lid 2 en 4 van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 heeft Woningcorporatie Pré Wonen onderscheid aangebracht tussen diensten van algemeen economische belang (DAEB tak) en de overige diensten (niet-DAEB tak). Daartoe zijn een afzonderlijke balans, winst-en-verliesrekening en kasstroomoverzicht voor respectievelijk de DAEB tak en de niet-DAEB tak opgesteld.

10.2. Aard van de niet-DAEB activiteiten

De niet-DAEB activiteiten van Pré Wonen bestaan (conform het door de Autoriteit Woningcorporaties goedgekeurde “scheidingsvoorstel”) met name uit het exploiteren van niet-DAEB woningen.

10.3. Grondslagen voor de splitsing

De belangrijkste uitgangspunten en grondslagen ten aanzien van de afzonderlijke primaire overzichten zijn:

  • De vastgoedbeleggingen zijn conform het door de Autoriteit Woningcorporaties goedgekeurde “scheidingsvoorstel”, gesplitst in DAEB vastgoed en niet-DAEB vastgoed.

  • Ten aanzien van de onroerende zaken verkocht onder voorwaarden is de classificatie op het moment van verkopen leidend voor de waardering van de onroerende zaken verkocht onder voorwaarden.

  • Met betrekking tot het vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie en de gerelateerde voorzieningen is onderscheid gemaakt op projectniveau, op basis van de daadwerkelijke projectplannen en de hieruit voortvloeiende classificatie. Naar aanleiding van het “scheidingsvoorstel” worden er geen niet-DAEB woningen gebouwd welke in exploitatie komen.

  • Alle deelnemingen zijn geclassificeerd als zijnde niet-DAEB.

  • In de DAEB-tak is een post opgenomen inzake de nettovermogenswaarde van de niet-DAEB-tak. De nettovermogenswaarde van de niet-DAEB-tak is gelijk aan het eigen vermogen van de niet-DAEB-tak. Hierdoor is het eigen vermogen van de DAEB-tak gelijk aan het eigen vermogen van de enkelvoudige jaarrekening.

  • Ten aanzien van de liquide middelen is onderscheid te maken op basis van separate bankrekeningen.

  • Opbrengsten en kosten zijn voor zover mogelijk gesplitst op basis van koppeling aan het betreffende vastgoed.

  • Voor overige opbrengsten en kosten, is een verdeelsleutel op basis van aantal eenheden toegepast op complexniveau.

  • Voor de gescheiden kasstroomoverzichten is een identieke benadering toegepast als voor de gescheiden winst-en-verliesrekeningen.