10. Toelichting op de winst-en-verliesrekening over 2023
10.1. Huuropbrengsten
114.594.056 |
113.248.497 |
|
Huuropbrengsten (in €) |
2023 |
2022 |
Woningen en woongebouwen DAEB |
102.528.921 |
103.071.848 |
Woningen en woongebouwen Niet-DAEB |
9.588.802 |
11.828.226 |
Onroerende zaken niet zijnde woningen DAEB |
2.170.520 |
0 |
Onroerende zaken niet zijnde woningen niet-DAEB |
1.935.297 |
0 |
116.223.540 |
114.900.074 |
|
Huurderving wegens leegstand |
-1.428.386 |
-1.358.509 |
af: Huurderving wegens oninbaarheid / voorziening dub. debiteuren |
-109.281 |
-155.149 |
af: Huurgewenning & korting |
-91.817 |
-137.919 |
Voor sociale huurwoningen was de maximale huurverhoging 3,1%. Voor vrije sector huurwoningen was de maximale huurverhoging 3,7%. Woningen met een E, F of G label hebben een huurbevriezing gekregen. Een huurverlaging naar € 575,03 is doorgevoerd voor huurders met een gezamenlijk huishoudinkomen niet hoger dan 120% van het sociaal minimum. Huurders die in aanmerking komen voor een inkomensafhankelijke huurverhoging hebben een maximale verhoging gekregen in 2023 van € 25 of € 50 euro, afhankelijk van de hoogte van het inkomen.
De gemiddelde reguliere huurverhoging in 2023 voor sociale huur was -0,75% en voor de vrije sector 3,24%. De huurharmonisatie was in 2023 gelijk aan 0,34% voor de sociale huur en 0,84% voor de vrij sector.
10.2. Opbrengsten servicecontracten
6.152.408 |
4.451.758 |
|
Opbrengsten servicecontracten (in €) |
2023 |
2022 |
Vergoeding levering goederen en diensten |
7.397.880 |
4.129.776 |
Vergoeding overige zaken (niet verrekenbare servicekosten) |
1.232.208 |
1.188.240 |
8.630.088 |
5.318.016 |
|
af: te verrekenen met huurders |
-2.447.351 |
-834.176 |
af: derving wegens leegstand |
-30.329 |
-32.082 |
De bedragen die in rekening worden gebracht voor levering en diensten, en overige onroerende en roerende zaken zijn gebaseerd op de geraamde c.q. werkelijke kosten. Zij worden jaarlijks, indien noodzakelijk, aangepast. Jaarlijks vindt afrekening plaats met de huurders met betrekking tot de leveringen en diensten over het voorgaande jaar. De opbrengsten uit de teruglevering van zonnepanelen zijn geen afrekenbare servicekosten. Deze worden dan ook niet meegenomen met de jaarlijkse afrekening.
Eind 2022 is een nieuw energiecontract afgesloten. Hierdoor zijn de voorschotten op basis van de geldende energietarieven verhoogd. Na het bekend worden van de compensatieregeling blokverwarming zijn in mei met terugwerkende kracht de voorschotten verlaagd.
Doordat het aantal stookdagen en het verbruik van de huurders lager is geweest dan voorgaande jaren zijn de stook servicekosten lager uitgevallen. De teruggave zal verrekend worden met de huurders.
10.3. Lasten servicecontracten
6.642.435 |
5.027.547 |
|
Lasten servicecontracten (in €) |
2023 |
2022 |
Overige goederen, leveringen en diensten |
5.262.976 |
3.661.621 |
Onderhoud t.b.v. servicecontracten |
820.204 |
802.559 |
Toegerekende organisatiekosten |
559.255 |
563.367 |
In het verslagjaar geven de servicecontracten per saldo een negatief resultaat. De toegerekende organisatiekosten zijn toegenomen doordat de loonkosten van de medewerkers servicekosten (inclusief toe te rekenen overheadkosten) volledig onder servicekosten worden gepresenteerd. De bij huurders in rekening gebrachte administratiekosten zijn niet dekkend.
10.4. Lasten verhuur en beheeractviteiten
7.777.244 |
7.498.560 |
|
Lasten verhuur en beheeractiviteiten (in €) |
2023 |
2022 |
Toegerekende organisatiekosten |
7.777.244 |
7.498.560 |
De toegerekende organisatiekosten aan verhuur, verkoop en beheeractiviteiten volgen uit de kostenverdeelstaat. Daarin worden de organisatiekosten, welke onder andere bestaan uit lonen en salarissen en overige bedrijfskosten, op basis van een interne inschatting van de urenbesteding naar activiteiten verdeeld. Hierbij wordt in hoofdlijnen onderscheid gemaakt naar exploitatie, projectontwikkeling, verkoop en leefbaarheid. De kostenverdeling vindt hoofdzakelijk plaats op basis van fte.
10.5. Lonen, salarissen en sociale lasten
13.938.704 |
13.473.058 |
|
Lonen, salarissen en sociale lasten (in €) |
2023 |
2022 |
Lonen en salarissen + uitkeringen ziektewet |
9.005.448 |
8.521.156 |
Sociale lasten |
1.525.592 |
1.506.631 |
Pensioenlasten |
1.150.211 |
1.090.196 |
Tijdelijk personeel |
2.257.453 |
2.355.075 |
10.5.1. Personeelsleden
Het aantal fulltime equivalenten bedroeg in 2023 gemiddeld 140,0 (2022: 142,5). Alle werknemers zijn werkzaam in Nederland.
140,0 |
142,5 |
|
FTE onderverdeeld naar: |
2023 |
2022 |
Bestuur |
4,6 |
4,6 |
Controlling |
2,3 |
3,0 |
Wonen en Vastgoed |
99,4 |
104,8 |
Financiën en Bedrijfsvoering |
31,2 |
28,8 |
Stagiaires en oproepkrachten |
2,5 |
1,3 |
10.6. Pensioenlasten
De gehanteerde pensioenregeling van Pré Wonen is ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW). De belangrijkste kenmerken van deze pensioenregeling zijn:
Er is sprake van een ouderdoms- en nabestaandenpensioen;
Er is sprake van een middelloonregeling;
De pensioenleeftijd is afhankelijk van de AOW pensioenleeftijd;
De regeling kent zowel een partner- als wezenpensioen, waarbij het partner- en wezenpensioen is verzekerd door middel van een opbouwregeling (uitkeringsovereenkomst). Voor het ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen stelt het bestuur van het pensioenfonds jaarlijks een premie vast. Deze is momenteel vastgesteld op 27% van de pensioengrondslag gecorrigeerd met de deeltijdfactor.
Als de middelen van het pensioenfonds het toelaten, zal het bestuur van het pensioenfonds de ingegane pensioenen en de premievrije aanspraken van gewezen deelnemers aanpassen overeenkomstig de consumentenprijsindex voor alle huishoudens. Voor actieve deelnemers geldt dat het bestuur streeft naar verhoging met de loonontwikkeling van de branche Woningcorporaties. De toeslagverlening is voorwaardelijk. Er is geen recht op toeslagverlening en het is voor de langere termijn niet zeker of en in hoeverre toeslagverlening zal plaatsvinden. Het bestuur van het pensioenfonds beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenuitkeringen en pensioenaanspraken worden aangepast.
De belangrijkste kenmerken van de uitvoeringsovereenkomst zijn:
Deelneming in het bedrijfstakpensioenfonds is verplicht gesteld voor de werknemers en bestuurders van Pré Wonen.
Pré Wonen is uitsluitend verplicht tot betaling van de vastgestelde premies. In geen geval bestaat een verplichting tot bijstorting.
Er is geen sprake van recht op teruggave/premiekorting.
De (maand)dekkingsgraad van SPW bedraagt ultimo 2023 128,8% (ultimo 2022: 129,0%). De
beleidsdekkingsgraad bedraagt ultimo 2023 131,5% (ultimo 2022 133,7%). Met deze beleidsdekkingsgraad voldoet het pensioenfonds aan de minimaal beleidsdekkingsgraad van 104% die is voorgeschreven door De Nederlandse Bank (DNB).
10.7. Toegerekende organisatiekosten
Totaal toegerekende organisatiekosten |
21.204.587 |
19.910.761 |
Toerekening organisatiekosten (in €) |
2023 |
2022 |
Lonen en salarissen |
11.685.514 |
11.117.982 |
Uitzendkrachten, inhuur |
2.257.453 |
2.355.075 |
Overige personeelskosten |
1.318.219 |
1.186.936 |
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa |
213.990 |
214.022 |
Huisvestingskosten |
766.874 |
536.817 |
Kosten ICT |
2.573.762 |
1.936.421 |
Vervoersmiddelen |
150.172 |
175.808 |
Algemene kosten (o.a. onderzoek advieskosten) |
2.238.603 |
2.387.700 |
Toe te rekenen organisatiekosten |
21.204.587 |
19.910.761 |
Organisatiekosten toegerekend aan: |
||
Servicecontracten |
660.767 |
563.367 |
Verhuur en beheer activiteiten |
7.777.244 |
7.498.560 |
Onderhoudslasten |
5.305.393 |
5.469.610 |
Projectontwikkeling (geactiveerde productie) |
1.493.947 |
1.320.780 |
Verkoop vastgoedportefeuille |
536.098 |
340.345 |
Projectontwikkeling (dekkingsverschil) |
2.727.005 |
2.146.215 |
Leefbaarheid |
696.414 |
512.991 |
Overige organisatiekosten |
2.007.719 |
2.058.893 |
10.8. Lasten onderhoudsactiviteiten
47.766.062 |
41.972.770 |
|
Lasten onderhoudsactiviteiten (in €) |
2023 |
2022 |
Planmatig onderhoud |
22.251.294 |
18.338.698 |
Mutatieonderhoud |
8.149.669 |
8.871.998 |
Klachtenonderhoud |
12.059.707 |
9.292.463 |
Toegerekende organisatiekosten |
5.305.392 |
5.469.611 |
10.9. Overige directe operationele lasten exploitatie bezit
8.592.217 |
19.522.741 |
|
Overige directe operationele lasten exploitatie bezit (in €) |
2023 |
2022 |
Verhuurdersheffing |
- |
11.543.386 |
Belastingen exploitatie |
6.385.264 |
6.138.095 |
Verzekeringen |
467.905 |
531.999 |
Juridische kosten |
205.837 |
195.691 |
Bijdrage VVE exploitatie |
388.599 |
382.431 |
Overige directe exploitatiekosten |
1.144.612 |
731.139 |
10.10. Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa (in €) |
2023 |
2022 |
Materiële vaste activa |
213.990 |
214.022 |
10.11. Verkoopopbrengst vastgoedportefeuille
Hierbij wordt opgemerkt dat voor het verkochte vastgoed in exploitatie de boekwaarde de geschatte marktwaarde is. Voor het teruggekochte vastgoed onder VOV dat is doorverkocht zonder voorwaarden, is de boekwaarde de marktwaarde op terugkoopmoment onder aftrek van de contractuele korting. De reguliere verkoop van teruggekochte (VOV) woningen heeft betrekking op 9 woningen.
Het resultaat van de verkopen bestaand bezit die onder de Pré Koopregeling zijn verkocht is verantwoord onder de post “Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedbeleggingen”.
In 2023 zijn van het DAEB vastgoed 18 woningen met een totale marktwaarde op moment van verkoop van € 8,6 miljoen en historische kostprijs van € 6,0 miljoen (gefixeerd op de historische boekwaarde per 1 januari 2023) verkocht. Tevens zijn 4 teruggekochte VOV woning verkocht met een totale marktwaarde op moment van verkoop van € 1,4 miljoen en historische kostprijs van € 1,0 miljoen (gefixeerd op de historische boekwaarde per 1 januari 2023 verkocht. Daarnaast is van 1 woning de terugkoopregeling afgekocht met een totale marktwaarde op het moment van verkoop van € 0,3 miljoen en historische kostprijs van € 0,2 miljoen (gefixeerd op de historische boekwaarde per 1 januari 2023). De door verkoop in 2023 gerealiseerde waardestijging ten opzichte van de boekwaarde begrepen in het eigen vermogen, bedraagt € 3,1 miljoen.
In 2023 zijn van het commercieel vastgoed 12 woningen verkocht met een totale marktwaarde op het moment van verkoop van € 5,6 miljoen en historische kostprijs van € 4,4 miljoen (gefixeerd op de historische boekwaarde per 1 januari 2023). Daarnaast zijn 5 teruggekochte VOV woning verkocht met een totale marktwaarde op moment van verkoop van € 2,1 miljoen en historische kostprijs van € 1,4 miljoen (gefixeerd op de historische boekwaarde per 1 januari 2023) verkocht. Tot slot zijn 5 garages verkocht met een totale marktwaarde op het moment van verkoop van € 0,2 miljoen en historische kostprijs van € 0,1 miljoen (gefixeerd op de historische boekwaarde per 1 januari 2023). De door verkoop in 2023 gerealiseerde waardestijging ten opzichte van de boekwaarde begrepen in het eigen vermogen, bedraagt € 2,0 miljoen.
Verkoopopbrengst vastgoedportefeuille (in €) |
2023 |
2022 |
Verkoop vastgoed in exploitatie |
||
Verkoopopbrengst |
14.668.283 |
17.261.332 |
Af: Verkoopkosten |
-187.370 |
-175.016 |
Af: Marktwaarde verkochte vastgoedportefeuille |
-10.770.800 |
-14.351.657 |
Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille |
3.710.113 |
2.734.659 |
Verkoop teruggekochte woningen VOV en afkoopregelingen (voorraden) |
||
Verkoopopbrengst |
3.536.360 |
1.766.499 |
Af: Verkoopkosten |
-218.647 |
-90.354 |
Af: Boekwaarde (vervaardigingsprijs of lagere opbrengstwaarde) |
-2.394.949 |
-1.320.372 |
Resultaat in winst-en-verliesrekening |
922.764 |
355.773 |
Verkoop grondposities |
||
Verkoopopbrengst |
9.526 |
11.538 |
Af: Verkoopkosten |
-169 |
- |
9.357 |
11.538 |
10.12. Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille
-14.133.750 |
-44.108.312 |
|
Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille (in €) |
2023 |
2022 |
Waardeverandering grond- en sloopposities |
-2.633.010 |
-6.817.197 |
Waardeverandering vastgoed in ontwikkeling |
-5.112.602 |
-1.754.464 |
Mutatie afwaardering vastgoed in ontwikkeling |
-1.601.418 |
2.690.967 |
Afwikkeling projecten uit voorgaande jaren |
-254.696 |
16.064 |
Herstructurering, uitplaatsingskosten en sloop |
-2.038.615 |
-679.047 |
Waardeverandering door investeringen in bestaand DAEB en niet-DAEB Toegerekende organisatiekosten ontwikkeling huurwoningen (dekkingsverschil) |
233.596 |
-35.445.358 |
-789.534 |
-1.027.149 |
|
Toegerekende organisatiekosten renovatie huurwoningen (dekkingsverschil) |
-1.937.471 |
-1.092.128 |
10.13. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
-151.984.224 |
-287.334.713 |
|
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille (in €) |
2023 |
2022 |
Waardeveranderingen DAEB vastgoed in exploitatie |
-136.604.372 |
-261.825.976 |
Waardeveranderingen niet-DAEB vastgoed in exploitatie |
-15.379.852 |
-25.508.737 |
10.14. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden
190.436 |
-233.673 |
|
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden (in €) |
2023 |
2022 |
Waardeverandering vastgoed verkocht onder voorwaarden |
5.290.928 |
-6.428.381 |
Waardeverandering terugkoopverplichtingen verkocht onder voorwaarden |
-5.100.492 |
6.194.708 |
10.15. Opbrengst overige activiteiten
1.023.767 |
6.252.541 |
|
Opbrengst overige activiteiten (in €) |
2023 |
2022 |
Opbrengsten overige dienstverlening huurders |
37.792 |
51.320 |
Opbrengsten overige activiteiten |
504.426 |
72.295 |
Energiebijdrage |
203.826 |
197.472 |
Overige baten |
277.723 |
-8.339 |
Overige baten voorgaande jaren |
- |
5.939.793 |
De overige baten voorgaande jaren betrof in 2022 de eenmalige ontvangst van de overdrachtsbelasting vanuit de taakoverdracht in Zandvoort en de terugontvangen BTW op een grondpositie in Zandvoort.
De overige opbrengsten en baten exclusief eenmalige ontvangsten zijn in 2023 gestegen door de stijging van de tarieven van teruglevering stroom met zonnepanelen en additioneel de vergoeding uit 2022. Daarnaast zijn in 2023 twee VvE's opgeheven en zijn de resterende gelden als overige baten opgenomen.
10.16. Overige organisatiekosten
Overige organisatiekosten (in €) |
2023 |
2022 |
Bijdrage AW en obligoheffing |
952.954 |
394.939 |
Controlling (incl accountantskosten) |
579.712 |
632.221 |
Bestuur & secretariaat (incl. OR) |
1.132.959 |
1.191.081 |
Strategie |
295.048 |
235.589 |
Kosten RvC |
158.821 |
123.719 |
3.119.494 |
2.577.549 |
10.17. Leefbaarheid
1.603.507 |
1.232.633 |
|
Leefbaarheid (in €) |
2023 |
2022 |
Leefbaarheidsbijdrage woonmaatschappelijk werk |
453.682 |
151.074 |
Leefbaarheidsbijdrage aanleg/onderhoud kleinschalige infrastructuur |
302.874 |
296.011 |
Leefbaarheidsbijdrage schone woonomgeving/overlast/veiligheid |
150.537 |
272.556 |
Toegerekende organisatiekosten |
696.414 |
512.992 |
Toegerekende organisatiekosten bij leefbaarheid betreffen de loonkosten en de toegerekende overheadkosten van de consulenten wijkbeheer. Zij voeren de leefbaarheidsactiviteiten uit en werken daarbij samen met welzijnsorganisaties en andere (sociale) netwerkpartners in de wijk.
10.18. Financiële baten en lasten
Rentebaten en soortgelijke opbrengsten (in €) |
2023 |
2022 |
Rentebaten overig |
230.456 |
344.110 |
230.456 |
344.110 |
Rentelasten en soortgelijke kosten (in €) |
2023 |
2022 |
Rente op leningen overheid |
-1.617.488 |
-1.080.580 |
Rente op leningen kredietinstellingen |
-9.393.883 |
-9.585.308 |
Rente op rekening courant bij kredietinstellingen |
-4.839 |
-4.093 |
Belastingrente |
-218.684 |
- |
-11.234.894 |
-10.669.981 |
|
Geactiveerde bouwrente |
532.229 |
374.018 |
-10.702.665 |
-10.295.963 |
10.19. Belastingen
10.19.1. Schattingen
De acute en latente belastingen in de jaarrekening zijn bepaald met inachtneming van de fiscale regels volgens de door de sector met de belastingdienst gemaakte afspraken (VSO2). De toepassing van deze regels is op een aantal onderwerpen niet zonder meer duidelijk en voor discussie vatbaar. Deze onderwerpen zijn onder andere het onderscheid tussen onderhoudskosten en verbeteringen, de toerekenbare kosten inzake projectontwikkeling, het afwaarderen naar lagere WOZ bij sloop en de inschatting van het op basis van een fiscale winstplanning naar verwachting te verrekenen deel van beschikbare fiscale verliezen. Bij de aangifte zal blijken of en in hoeverre de fiscus de door de stichting gevolgde standpunten zal overnemen en accorderen.
Om die reden kan de in de jaarrekening bepaalde acute en latente belasting achteraf nog aan veranderingen onderhevig zijn.
10.19.2. Belastingdruk winst-en-verliesrekening
De belastinglast/-bate over het resultaat in de winst-en-verliesrekening bestaat uit de volgende componenten:
Belastingen (in €) |
2023 |
2022 |
Vennootschapsbelasting |
-7.917.177 |
-6.225.059 |
Vennootschapsbelasting voorgaande jaren |
-2.827.233 |
-335.891 |
Mutatie voorziening belastingen |
-926.076 |
-518.659 |
Betalingskortingen |
- |
177 |
-11.670.486 |
-7.079.432 |
10.19.3. Aansluiting toepasselijk en effectieve belastingtarief
Het toepasselijk (wettelijk) belastingtarief bedraagt 25,8% (2022: 25,8%). Het effectieve belastingtarief, zijnde de belastinglast in de winst-en-verliesrekening uitgedrukt als % van het jaarresultaat voor belastingen, bedraagt -/- 9,3% (2022: -/- 2,42 %).
De berekening is als volgt: Belastinglast 2023 € 11,7 miljoen (2022: € 7,1 miljoen) gedeeld door Resultaat voor belastingen 2023 € 126 miljoen (2022:- € 293 miljoen).
De afwijkende effectieve belastingdruk t.o.v. het statutaire tarief wordt veroorzaakt door verschillen in de vennootschappelijke en fiscale winstbepaling. De belangrijkste verschillen liggen in een afwijkende waardering van het vastgoed.
De aansluiting tussen het effectieve belastingtarief en het toepasselijk belastingtarief is als volgt:
Belastinglast/belastingbate op basis van effectief tarief |
11.670.486 |
7.079.432 |
(in €) |
2023 |
2022 |
Nominale belastingdruk |
-32.514.280 |
-75.528.448 |
(Her) waardering latenties |
40.571.172 |
81.335.390 |
Correcties eerdere jaren |
2.827.233 |
335.891 |
Gemengde kosten |
8.938 |
8.741 |
Rente-aftrekbeperking (ATAD) |
791.393 |
971.682 |
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek |
-370 |
-987 |
Tariefsopstapje |
-13.600 |
-42.660 |
Korting |
- |
-177 |
Sinds 1-1-2019 is de ATAD richtlijn ingesteld. De renteaftrek is nog maar mogelijk tot 20% van de fiscale EBITDA. In 2023 is € 3.067.416 (2022: € 2.406.967) van de rentelasten niet aftrekbaar. Per ultimo 2023 is € 17.254.061 (2022: € 14.186.645) aan vooruit te schuiven rente beschikbaar.
10.20. Resultaat deelnemingen
Resultaat deelnemingen (in €) |
2023 |
2022 |
Aandeel resultaat Stichting Ketelhuis |
478 |
-5.131 |
Aandeel resultaat V.O.F. Zona Matadero |
30 |
-12.923 |
Aandeel resultaat Woonwagenstandplaatsen Kennemerland B.V. |
-16.946 |
15.189 |
-16.438 |
-2.865 |